SV | Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring. |
WLC | הֹ֣ון עָ֭שִׁיר קִרְיַ֣ת עֻזֹּ֑ו מְחִתַּ֖ת דַּלִּ֣ים רֵישָֽׁם׃ |
Trans. | hwōn ‘āšîr qirəyaṯ ‘uzzwō məḥitaṯ dallîm rêšām: |
Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!